Holambra in opbouw (II)

Het Centrum.

Wat thans het “Centrum” heet, is het fazendaplein (met het fazendahuis) en de onmiddellijke omgeving daarvan. Hier klopt het hart van de coöperatie. Afgezien van enige woonhuizen, die wij er vinden, staat daar de kerk, het fazendahuis, de kantoren, het vrijgezellenhuis en de school, allemaal gebouwen, die in het leven der emigranten een voorname rol spelen. Over al die gebouwen zou heel wat te vertellen zijn, maar we moeten ons tot enige hoofdzaken beperken.

De kapel werd vorig jaar van Maart tot Mei (oorspronkelijk met een andere bedoeling) gebouwd en in Juli werd de achterwand ervan door Pater Dr. G. Sijen, de pastoor der parochie, met een fraaie voorstelling van de Verrijzende Christus getooid. · Men probeert hier doelbewust de grondslagen te leggen voor een liturgische gemeenschapsvorming en het spreekt vanzelf, dat de zeven zusters, Kanunikessen van het H. Graf, voor deze geestelijke opbouw uiterst waardevolle bijdragen leveren. De kapel is op dit ogenblik al te klein, de pater is nu al genoodzaakt iedere Zondag drie H.H. Missen te lezen. Op de duur zal deze situatie de bouwafdeling voor een nieuw probleem stellen.

Fazendahuis, in gebruik als klooster van de zusters
Fazendahuis, in gebruik als klooster van de zusters

Het fazendahuis vereist eveneens omvangrijke reparaties en uitbreidingen. Het is weliswaar een royaal ingericht woonhuis met vrij veel ruime vertrekken, maar als men hoort, welke bestemmingen dit huis zoal heeft, zal men onmiddellijk begrijpen, dat het toch weer veel te klein is. Het bergt onder zijn herbergzaam dak de familie Heymeyer (6 personen) de zusters (thans 7, binnenkort 9 personen) en de pater. Bovendien gebruiken er tot nu toe dagelijks ruim 30 vrijgezellen hun maaltijden. En tenslotte heeft Ir. Heymeyer er zijn kantoor.

Binnenkort komen er een paar van deze bestemmingen te vervallen, wat niet anders dan noodzakelijk is, omdat noch van een behoorlijk kloosterleven, noch van een behoorlijk familieleven binnen deze al te enge muren sprake kan zijn. De vrijgezellen zullen zeer binnenkort gaan verhuizen naar een speciaal voor hen ingericht tehuis, waar ze de maaltijden kunnen gebruiken, waar ze kunnen vergaderen, zich ontspannen, lezen, schrijven, enz. De Heer en Mevrouw Slegers hebben zich met de taak belast te zorgen voor de materiële en hogere belangen van deze vrijgezellen. En voor de directie wordt thans aan de andere kant van het fazendaplein een kantoorruimte ingericht, zodat ook in dit opzicht het fazendahuis meer ontlast zal worden.

Over het kantoor der administratie en de school zullen we vandaag maar niet langer spreken. Hopelijk komen deze beide instellingen een volgende keer nog eens aan de beurt.

 

Groei van het bedrijf.

De bouwafdeling heeft al drie dochterbedrijven onder haar hoede. In de eerste plaats de timmermanswerkplaats, die zonder meer een modelinrichting kan worden genoemd, al kan ze het steeds toenemende werk niet bijhouden. Vervolgens de houtzagerij, die nog niet zo heel lang geleden ertoe is overgegaan eigen hout van de fazenda te zagen en voor verder gebruik te bewerken. Tenslotte is er de steenfabriek, die over enige tijd 30.000 stenen per week zal kunnen produceren. Deze dochterbedrijven betekenen een enorme deviezenbesparing voor de fazenda, en hun belangrijkheid zal in de volgende maanden nog· steeds toenemen. Wanneer we bedenken, dat een jaar geleden de spanten nog uit Campinas betrokken moesten worden en dat tienduizenden stenen uit. de omliggende plaatsen geleverd moesten worden, zal men begrijpen, dat deze bedrijven hier absoluut noodzakelijk zijn.

Toch blijven de moeilijkheden nog zeer groot en ze zijn van velerlei aard. Zand moet b.v. gehaald worden op een afstand van 13 km aan de rivier en hier kan men eigenlijk alleen in de droge tijd terecht. De voorziening van kalk en cement loopt maar zeer stroef, en het transport, dat het uiterste vraagt van het beschikbare materiaal, is een probleem op zich.

De snelle groei van de kolonie stelt de bouwafdeling iedere maand, we zouden ·haast zeggen, iedere dag, voor een nieuwe puzzle. Van half mei tot half augustus moeten er 25 boerderijen worden gebouwd met de daarbij behorende stallen; voorts 6 huizen in het centrum, drie kalverstallen en vier stallen voor volwassen vee. En tenslotte moet een gedeelte van de grote zuivelfabriek worden opgebouwd, het z.g. A-melkbedrijf. Daarnaast komen nog de kleine, dagelijks terugkerende karweitjes en men zal begrijpen, dat de Heer Hendrikx iedere maand blij·is als de nieuwe emigranten weer een dak boven hun hoofd hebben.

Er is een werkschema opgesteld, waarbij de bouwafdeling in vier ploegen verdeeld is en zonder al te grote tegenslagen hoopt men inderdaad met de verschillende projecten gereed te komen. En het moet gereed komen, want vóór half Augustus worden hier weer een dertig (meestal grote) families verwacht, die ergens ondergebracht moeten worden. In de uitvoering van dit programma ligt voor alle personen, die erbij betrokken zijn, iets spannends: komen de leveranties wel op tijd? Ondervindt het transport geen al te grote strubbelingen? Zullen de timmerlieden, de metselaars wel kunnen bijhouden?

Deze en dergelijke vragen hoort men hier dagelijks. Maar tot nu toe is men, ondanks alles, geneigd deze vragen optimistisch te beantwoorden. Want het is nog altijd klaargekomen, de emigranten hebben nog altijd een huis gevonden, er kwam nog altijd een oplossing, ook al leek ze aanvankelijk onmogelijk. Wij vertrouwen dus op het goede gesternte, dat ons tot nu toe nog altijd vergezeld heeft. We bouwen verder en zien hier een dorp verrijzen, dat ons dagelijks meer tot voldoening stemt en ons aanspoort ·steeds verder en hoger te streven.

Uit: Ontginning, augustus 1950


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *