Het vertrek van het eerste contingent emigranten naar de Fazenda Ribeirão in december 1948 trok veel aandacht in de Nederlandse pers. Elke krant had wel zijn eigen invalshoek om er over te schrijven. Het Twentse dagblad Tubantia ging ook op de Algenib kijken en sprak met de Achterhoekse emigranten.
Naast het weekblad De Nieuwe Eeuw was De Telegraaf één van de weinige Nederlandse kranten die de critici van het beleid van de leiding van Holambra aan het woord liet. Als vervolg op het artikel van 3 mei 1952 publiceerde de krant precies een maand later een verhaal waarin de “deserteurs” opnieuw aan het woord kwamen.meer “Deserteurs uit de Cooperativa Holambra”…
Naar aanleiding van de ingezonden brief van vier Venrayse emigranten in het lokale weekblad Peel en Maas zag de vertegenwoordiger van Holambra in Nederland, Gerard Duijsens zich genoodzaakt een kort weerwoord te schrijven.
Naar aanleiding van een in dit blad van 28 november j.l. verschenen artikel over de Fazenda Ribeirão en haar bewoners, zou men ter weerlegging van het daarin besprokene, een heel boek kunnen schrijven. En dan nog zou men wellicht niet alles naar ieders zin hebben verteld.
Maar wij zullen dit niet doen en ook niet ingaan op de grote onjuistheden, die hierin bewaard worden, om maar zacht uit te drukken, op welke manier men hierin mensen bejegent, die zich volkomen inzetten voor de toekomst van onze emigranten en hun kinderen. meer “Nogmaals Brazilië!”…
Naar aanleiding van het artikel in het weekblad Peel en Maas, dat behoorlijke voorlichting over de Fazenda Ribeirão wel was te krijgen, klommen enkele Venrayse emigranten, die inmiddels de Fazenda hadden verlaten in de pen om hun visie op het gebeuren op te tekenen. In het artikel, dat op 28 november 1953 in het weekblad verscheen, gingen zij ook uitvoerig in op de vestiging van voormalige Holambra-emigranten in Não Me Toque in de zuidelijke deelstaat Rio Grande do Sul.