Kort voor de jaarwisseling 2012-2013 overleed op Carambeí Dim Vermeulen. Dim speelde niet alleen een belangrijke rol in de gemeenschap van deze oudste Nederlandse groepsvestiging in Brazilië, maar was ook van1965 tot 1987 als directeur verantwoordelijk voor de groei van de centrale coöperatie van de Paraná-kolonies. Voor zijn verdiensten voor de Nederlandse emigratie nam hij in het laatste jaar tezamen met Nico Kors van Holambra I uit handen van de Nederlandse minister van Sociale Zaken Lou de Graaf de Oliver van Noort-medaille in ontvangst. Vermeulen was ook de initiator van de Associação Cultural Brasil Holanda (ACBH), dat verantwoordelijk is voor de uitgave van het maandblad De Regenboog.

Dim’s vader Roeland Arnold Marie Vermeulen was niet minder belangrijk voor de ontwikkeling van Carambeí. Na 30 jaar als planter in Nederlands-Indië werkzaam te zijn geweest, besloot hij samen met zijn gezin zich in 1937 in Brazilië te vestigen in de nog jonge Nederlandse kolonie. Zijn doel was het om op zijn oudere dag het wat kalmer aan te doen. Hij volgde daarmee het voorbeeld van andere oud-Indischgasten, die zich reeds in Carambeí hadden gevestigd. Deze voormalige planters en bestuursambtenaren beschikten over een behoorlijk kapitaal en hadden geen goed pensioen. Voor hen was Carambeí een plek waar zij hoopten in een rustige landelijke, en degelijke sfeer hun verdere levensdagen te kunnen doorbrengen.
Hoewel de achtergrond van Vermeulen (net zoals ook het geval was met de andere voormalige Indiëgangers) in sociaal en religieus opzicht duidelijk verschilde van die van de oorspronkelijke koloniebevolking, belette dit hem niet om zich ten volle in te zetten voor de Nederlandse gemeenschap in Carambeí. Hij werd secretaris van de lokale afdeling van het Algemeen Nederlands Verbond, een Vlaams-Nederlandse culturele vereniging. Ook was hij enkele jaren honorair consul van Nederland in Paraná. Als secretaris van de coöperatie Batavo speelde hij een grote rol bij de totstandkoming van de nieuwe zuivelfabriek.
Kort na zijn aankomst in Carambeí begon Roeland Vermeulen met het schrijven van een reeks brieven aan de redactie van De Bergcultures, het in Batavia (Nederlands-Indië) verschijnende weekblad van het Algemeen Landbouw Syndicaat. Van december 1937 tot januari 1940 werd in het uit 17 delen bestaande feuilleton ‘Reisindrukken en wat dies meer zij van een oud-planter’ aan de oud-vakgenoten in Indië verslag gedaan van de opbouw van een nieuw bestaan in Brazilië. De reeks publicaties in De Bergcultures eindigde op 25 mei 1940 met het artikel ‘Mijn reis naar en door den staat São Paulo’. Enkele delen werden geschreven voor de echtgenote van Vermeulen, Johanna Catharina van Boxtel. In haar bijdragen richtte zij zich op de plantersvrouwen in Nederlands-Indië.
In de komende maanden zullen naast episodes uit de geschiedenis van Holambra ook afleveringen verschijnen van de Reisindrukken van de heer en mevrouw Vermeulen. Deze artikelen zullen niet de gehele feuilleton uit De Bergcultures omvatten. Enkel de bijdragen die een indruk geven van het leven in Brazilië en op Carambeí zullen worden gepubliceerd. Afleveringen waarin Vermeulen stilstaat bij zuiver teeltechnische zaken, zal ik buiten beschouwing laten.