Vier opa’s naar Brazilië (2)

In de vorige bijdragen kwamen vier Noord-Limburgse opa’s aan het woord voorafgaand aan hun bootreis naar Brazilië om daar hun kinderen en kleinkinderen te bezoeken. Het katholieke dagblad De Tijd publiceerde 16 januari 1953 een impressie van hun reis en hun aankomst in Brazilië.

Op 27 november zijn ze aan boord van de “Alioth” gegaan, een vrachtboot met accommodatie voor dertig passagiers. Met goede moed werd de reis ingezet, doch in de Golf van Biscaje was de zee echter zó ruw, dat toch enige benauwde ogenblikken werden doorgemaakt. Slechts één van de vier heeft last gehad van zeeziekte, terwijl de overige passagiers allen ziek in hun kooi lagen.

1Alioth201950a

De tijd brengen ze grotendeels door met kaarten onder het genot van een goede sigaar en borrel. De eerste zondag aan boord was voor de vrome opa’s wel een vreemde gewaarwording, daar er geen gelegenheid was Mis te horen in plaats van twee keer, zoals ze gewend waren. Ze lieten daarom de kralen van de rozenkrans maar een keer vaker door hun vingers glijden.

In Las Palmas hadden ze een dag oponthoud voor het verladen van goederen en de volgende dag werd koers gezet naar Rio de Janeiro, de hoofdstad van Brazilië, waar ze 13 december aankwamen en begroet werden door twee Limburgse missionarissen, pater Thielen en pater Goumans. Na Rio bezichtigd te hebben, werd de volgende dag de reis voortgezet naar Santos, waar ze opgewacht werden door pater Van der Sterren en enkele medebewoners van de fazenda, het eigenlijke doel van de reis.

Vier opa’s naar Brazilië (1)

Waren tijdelijke bezoeken van emigranten aan Nederland in de beginjaren al zeldzaam, hetzelfde geldt voor het bezoeken van geëmigreerde familieleden overzee. Een bijzonder bezoek was wel dat van vier Noord-Limburgse opa’s die in november 1952 op scheep gingen naar Brazilië om niet alleen hun kinderen en kleinkinderen in Holambra te bezoeken, maar ook twee in Brazilië verblijvende priesterzonen. De opa’s bezochten Holambra in een bewogen tijd waarin het al of niet tekenen van Portugeestalige contracten leidde tot een scheiding der geesten. Ook hun kinderen zaten niet op één lijn. In het Limburgs Dagblad van 21 november 1952 vertelden de opa’s hoe zij tot het voornemen om hun kinderen te gaan bezoeken zijn gekomen.

Sterren GJvd
Jos van der Sterren

Venlo, 20 november, 1952.
De dagen beginnen nu af te tellen voor Matthijs Goumans, Jos v.d. Sterren, Graad Michels en Hans Hoeymakers. Nog enige dagen en het motorschip “Alioth” zal de haven van Rotterdam uitvaren voor de grote oversteek naar Brazilië, aan boord waarvan deze vier heren wel tot de merkwaardigste passagiers zullen behoren. Want het zijn allen grootvaders, die eens gaan kijken hoe hun kinderen en kleinkinderen het daar in dat verre land wel maken. Ze hebben het goed bekeken, want tegen de tijd, dat ze terugkomen, – vermoedelijk maart – is de winter hier in Nederland al weer voor een goed deel achter de rug. Als trekvogels zoeken ze de warme landen op, om tegen het voorjaar weer terug te keren.

Het plan werd geboren in het brein van Jos v.d. Sterren, 72 jaar en zaakvoerder te Wanssum. Zijn zoon pater Theodulfus SSCC is professor aan het seminarie Tres Poços de Pinheiral in Brazilië. Daarenboven is er een

Matthijs Goumans
Matthijs Goumans

van z’n dochters getrouwd met Bovee uit Meerlo, die op de Fazenda Ribeirão woont. Het echtpaar heeft 9 kinderen, waarvan er twee in Brazilië geboren zijn, die opa v.d. Sterren nog nooit gezien heeft. Twee woorden over Brazilië met Matthijs Goumans, 71 jaar, landbouwer te Venray, waren voldoende om deze ondernemende Peelhaas deelgenoot in het plan te maken. Goumans heeft een priesterzoon, pater Coenradus O.F.M., die leraar is in São João del Rei. Hij heeft twee dochters op de Fazenda Ribeirão getrouwd en mag zich verheugen op de begroeting van drie opa-zeggertjes. Aangezien een dochter van Goumans gehuwd was met de zoon van Graad Michels, 63 jaar, landbouwer te Venray-Volen, rolde het “plan v.d. Sterren” als een sneeuwbal verder. Ook Michels verklaarde zich van de partij en toen was het vanzelfsprekend dat ook Hans Hoeymakers, 70 jaar, landbouwer Steeg-Sevenum, zich bij de onderneming aansloot, want de twee spruiten van een andere op Ribeirão woonachtige zoon van Michels moeten tegen Hoeymakers “opa” zeggen. En daarmee was het gezamenlijk 276 jaar tellende kwartet volledig.

Graad Michels
Graad Michels

Met veel moeite hebben we deze vier kranige reizigers bij elkaar kunnen krijgen voor een kiekje in de krant. Ze vonden het zo bijzonder niet, wat ze gingen doen. Maar het vooruitzicht eens een middag gezellig met elkaar te kunnen “klasjeneren” – ’t was de eerste maal, dat ze alle vier tegelijk bijeen waren – zijn ze tenslotte toch gezwicht. Bij van der Sterren thuis vond de samenkomst plaats en de stemming was al dadelijk opperbest, dat het geen twijfel liet, of de vier zullen het onderweg best met elkaar kunnen vinden.
Van der Sterren vertelde monkelend hoe hij het vuurtje had aangestookt, hoe hij Hoeymakers had gestrikt. “Kaarte geej ok geer?” had Hans gevraagd, zodra hij van de reis hoorde. – De kart neme we mee!, had van der Sterren geantwoord. “Ik zei: kruutsjasse,”glimlachte van der Sterren. “Dat doon weej ok!” had Hoeymakers geestdriftig uitgeroepen en toen was de zaak meteen beklonken. Nou en toen heeft van der Sterren de ene brief na de andere aan meneer Duysens van de emigratiedienst van de LLTB gestuurd en hoewel ze eigenlijk geen emigranten waren, had ie er zoveel schik in, dat hij alles voor de reis tot in de puntjes heeft geregeld.

Kandidaat-President
Van der Sterren heeft al twee grote koffers aangeschaft, tussen welke hij bijna verdwijnt. Het lijkt wel of Sinterklaas naar Brazilië gaat, zoveel hebben de grootvaders te verslepen: speelgoedbeertjes en eierleggende kippen voor de kleintjes, rozenkransen voor de communicantjes, missaals en bijbelse geschiedenisboeken voor de groten en nog veel meer. Op speciaal verzoek: boekjes met Marialiederen en Nederlandse schoolliedjes.
Van der Sterren heeft daar zojuist over Hoeymakers lelijk uit de school zitten klappen, maar nu is het de beurt aan de Sevenummer. “Van der Sterren blijft misschien wel in Brazilië achter. Ze hebben in die Zuid-Amerikaanse landen nogal eens ’n nieuwe president nodig. Hij als zaakvoerder weet van wanten en met dat snorretje en dat sikje heeft ie ook z’n voorkomen mee”. Dat zegt Hoeymakers en de “president” geeft hem een joviale por in de ribben.

Hans Hoeymakers
Hans Hoeymakers

Goumans en Michels praten verder over de reis. Michels is benieuwd naar het eten aan boord, maar Goumans maakt er zich geen zorgen over. “Enne goeie mök sluupt alles!” zegt hij op z’n Venrays, waarin met “mökke” jeugdige runderen worden aangeduid. Hij is de bereisde Roel van het gezelschap, want hij is al eens in Lourdes geweest en heeft verschillende malen een inspectietocht gehouden langs de boerderijen van Nederlandse emigranten in Frankrijk.
Ginds in Brazilië is de komst van de grootvaders ’t gesprek van de dag. Maar de Brazilianen behoeven zich geen zorg te maken. Troef-boer en faatse-nel zullen in de gemeenschappelijke hut aan boord van de Alioth zozeer de gemoederen beroeren, dat ze nog geen tijd hebben gehad aan zeeziekte te denken, als ze reeds te Santos aan wal stappen, om daar met de ter begroeting aanwezig zijnde priesterzonen in een speciaal autobusje te stappen en regelrecht naar Ribeirao te snorren, 180 km, het binnenland in…