Op 18 juli 1953 publiceerde het weekblad De Nieuwe Eeuw een korte reportage over de kleine kolonie Bela Vista in Castro (PR), die het resultaat was van de inspanningen van pater Cornélio Strooband MSC. Het blad wilde laten zien dat het goed ging met de uit de Fazenda Ribeirão vertrokken emigranten en dat ze allesbehalve in het Braziliaanse oerwoud terecht waren gekomen. Op dat moment verbleef Strooband in Nederland om nieuwe emigranten te werven voor zijn kolonie.
Wellicht zal iemand zich afvragen wat er nu precies gebeurd is met de diverse Hollandse families, die van de bekende Fazenda Ribeirão zijn weggetrokken. Het grote onbekende Brazilië in. Het is goed daar iets over te vertellen en wel met name over de groep van elf families die zich in Paraná hebben gevestigd. Het is licht te begrijpen, dat zij bij ’t horen van deze, bij ons vrij onbekende Staat, wij ons dit groepje voorstellen, als verloren in het “eindeloze binnenland” in een “verloren uithoek” van de wereld, tussen “oerwouden” en ver van alle beschaafde centra. In dergelijke geest bereikten hen wel brieven van familieleden uit Holland, brieven vol meelij en bezorgdheid, brieven waarover en wel hartelijk, werd gelachen door de mensen daar. Want… de werkelijkheid is zo geheel anders.
Zij zijn immers niet weggelopen als blinde schapen, daarvoor waren deze boeren veel te verstandig. Het plan was goed bestudeerd en bovendien zijn zij zich persoonlijk eerst ter plaatse komen overtuigen. Maar dat was dan ook voldoende om door te zetten en dat zo spoedig mogelijk. Wat ze zitten hier prachtig. Niet in de rimboe! Want op twee kilometer van ’t vriendelijke stadje Castro, waar zij alles vinden wat zij nodig hebben en dat hun niets vreemd aandoet door de sterk Europese inslag van de bevolking. Zij hebben er hun mooie kerk en keurig verzorgde jongens- en meisjescolleges. En het hartelijk welkom dat hen van het begin af aan werd toegezegd, werd wel zonneklaar bewezen doordat de burgemeester al bij zijn eerste bezoek ter plaatse zo maar pardoes twee huizen cadeau deed, die inmiddels al zijn gebouwd en betrokken. Overigens zijn zij heus niet alleen op Castro aangewezen, want de grote verkeersweg loopt vlak langs hun nieuwe fazenda, zoals ook de centrale spoorweg, zodat diverse grote steden in de buurt gemakkelijk en snel te bereiken zijn. Maar voorlopig denken zij nog niet aan reizen, want er moet hard gewerkt worden om hun nieuwe fazenda in ontginning te brengen.
Regeringshulp
Die nieuwe fazenda, dat is een hele zorg geweest om die aan te schaffen. Gelukkig hielp de regering met 500.000 cruzeiros en het kwam voor elkaar. Nu voelen ze zich de koning te rijk: elk op zijn eigen bedrijf van 30 tot 50 hectaren eerste kwaliteit grond, die zich zacht glooiend uitstrekt over een lengte van 12 kilometer. Plaats genoeg nog voor veel andere families, maar dat is van latere zorg. Zij werken nu voor hun eerste oogst, die zij in februari binnen willen hebben. Een viertal zware 45 pk traktors tollen dag en nacht over de uitgestrekte velden. Weer een presentje van de regering. Enkele honderden hectaren zijn zo al geploegd en geëgd. Kunstmest en zaadgoed werd ook weer door de regering ter beschikking gesteld (als men maar relaties heeft). Gezien het buitengewoon klimaat en de zeer geleidelijke regenval mogen ze nu met vol vertrouwen de eerste oogst tegemoet zien… “Sluimerend goud”, zegt boer Lamers met zijn glunderende kop en die maar liefst vijftig hectaren ineens wil uitzaaien. Zij voelen zich vol vertrouwen want zij hebben al een 4-jarige ervaring in Brazilië en zien dat ’t hier zeker lukken moet. Zij zien dat ook bij hun buren, een vijftigtal katholieke Duitse families, die daar al 18 jaar ervaring hebben. Ribeirão zijn ze al vergeten. Jammer alleen, zeggen ze wel, dat wij hier niet aanstonds begonnen zijn. De naam van de fazenda was al steeds “Bela Vista” wat zo veel betekent als “mooi uitzicht”. En zij zullen er wel voor zorgen, dat ze deze naam weer gaat verdienen. Er heerst een prettige geest van samenwerking en een stoere vastbeslotenheid om in korte tijd het verlorene terug te winnen. En dat spelen zij ook best klaar, daar vertrouwen zij vast op.
We zullen enkele citaten laten volgen uit hun brieven, die ons bereikten en waaruit het optimisme ons tegenstraalt.
Lamers uit IJsselsteyn bij Venray schrijft als volgt: “Ja, en die het aandurven om in een nieuw en vreemd land hun bestaan te zoeken en misschien in een of twee moeilijke jaren willen trotseren, zouden wij wel durven zeggen: kom dan maar naar Castro, in de staat Paraná. Daar is nog ruimte genoeg en een goed en gezond klimaat en goede grond. Hier groeit rijst, mais, rogge, tarwe, aardappelen, knolgroen, en vele andere gewassen. Ook tuinbouw kan beoefend worden en varkens en kippen gehouden worden. Voor koeien is het klimaat ook uitstekend, en het fijnste is, dat we weer vrije, zelfstandige boeren zijn.”
Helemaal thuis
Van de familie Sleutjes uit Den Dungen (N-Br.) citeren we: “Het gaat ons allen zeer goed. Allen werken hard om alles voor de zaaitijd klaar te krijgen. Het weer werkt mee, alle dagen mooi weer, niet die brandende zon. ’t Is meer het klimaat dat een Hollander hebben moet. Daarom kunnen we in Paraná aanbevelen, de grond is goed en ruimte is er in overvloed. Het vee heeft hier goede aard en doet ’t hier best en eet het gras graag. Alle Hollandse gewassen kunnen we hier verbouwen. In de tuin staan naast de sinaasappel, appel-, peren- en perzikbomen. Pas hebben we een varken geslacht, dus we kunnen weer balkenbrei eten. Op die manier voelen we ons hier helemaal thuis.”
Uit een brief van Piet van Helvoirt uit Vlijmen: “Als de samenwerking zo blijft, gaan we vast en zeker een goede toekomst tegemoet in Paraná, en iedereen vertrouwt dan ook dat we zullen slagen, ondanks dat we met bijna niets hier zijn aangekomen van de Fazenda Ribeirão. Ook ik zelf heb het volste vertrouwen in de toekomst. Als de eerste jaren achter de rug zijn heeft hier iedere boer wat zijn hartje begeert, een pracht boerderij en een mooie duit in de tes. Van het klimaat zou ik haast durven schrijven dat ’t ongeveer Holland is. De regen is ongeveer over het hele jaar verdeeld, wat we gerust een zeer groot voordeel mogen noemen.
Deze losse citaten uit brieven die ons bereikten overtuigen ons voldoende, dat we over het lot van deze families ons geen zorgen meer hoeven te maken. Dat zij, integendeel, een prachtige pioniersgroep vormen, die van grote betekenis kan blijken te zijn en nieuwe perspectieven opent voor de naar emigratie verlangende boeren in ons land.