Berichten en brieven uit de pionierstijd van Holambra zijn niet zo talrijk. Een enkele keer kom je er een tegen in de pers. Dat was ook het geval toen de Nederlandse krantensite Delpher onlangs werd verrijkt met het katholieke dagblad De Maasbode. Op 12 november 1948 publiceerde deze krant een brief waarin verslag werd gedaan van de situatie op de Fazenda Ribeirão voorafgaand aan de komst van de eerste grote groepen emigranten.
Tag: Fazenda Ribeirão
De eerste uit Zuid-Limburg
Onlangs kreeg ik een reactie van iemand die in de krantendatabase Delpher was gestuit op het de term “Nieuw Bieze”, dat zou moeten slaan op een Nederlandse gemeenschap in Brazilië. De term kwam voor in een artikel in het Limburgs Dagblad van 23 februari 1949 waarin Albert Josef Souren uit Schaesberg vertelt over zijn aanstaande emigratie. Ook al lag de grote boerderij van zijn ouders nog vrij in het landschap, hij wilde vrij zijn en zocht daarom met zijn kersverse echtgenote een nieuwe toekomst in Brazilië.
Nederlandse boerenkolonie in Brazilië was in nood
Meer dan zestig sterfgevallen onder het rundvee
De import van Nederlands stamboekvee en de latere verkoop van dit vee aan Braziliaanse handelaren moest de kurk worden waarop de emigrantengemeenschap Holambra moest drijven. En juist dat vee had erg te lijden onder Braziliaanse veeziekten. Toen begin 1950 opnieuw een uitbraak plaatsvond, waarbij de veeboeren dachten aan mond- en klauwzeer, deed de leider van de kolonie, Geert Heijmeijer een beroep op de Nederlandse regering. Deze stuurde in april 1950 een Nederlandse veearts, te weten Remko de Maar naar Brazilië om de ziekte te bestrijden. Na zijn terugkeer in Nederland deed De Maar in het Algemeen Handelsblad verslag van zijn bevindingen. meer “Nederlandse boerenkolonie in Brazilië was in nood”
Mettertijd 3500 emigranten op de “Fazenda Ribeirao”
Nederlandse kolonie levert stof voor Braziliaanse kranten
In de beginjaren van Holambra waren Nederlandse katholieke kranten gretig om nieuws te publiceren over de nieuwe Nederlandse emigrantengemeenschap in Brazilië. En zeker als de intiatiefnemer, Geert Heymeijer weer even in Nederland was om besprekingen te voeren met autoriteiten. Zo ook De Tijd, die eind 1949 het onderstaande artikel publiceerde. Dat hij in Nederland was om te onderhandelen voor nieuwe financiële steun hield Heymeijer echter voor de betrokken journalist verborgen.
(Van onze Haagse redacteur)
Praten en schrijven hier in Nederland over de noodzaak en de mogelijkheden van emigratie is allemaal heel aardig, maar nu de andere zijde van deze zaak. Als de boot los is van de kade heeft de emigrant over de bestaansmogelijkheden in Nederland geen zorgen meer, maar hoe vergaat het hem in zijn nieuwe vaderland? Wij hadden een gesprek met iemand, die het klappen van de zweep kent in Brazilië. Ir. J. G. Heymeijer staat daar aan het hoofd van een, nu reeds vrij grote, Nederlandse kolonie: de “Fazenda Ribeirao”, waar al eens eerder over gesproken is in ons blad. Hij is enkele dagen voor zaken in ons land en bleek bereid iets ie vertellen van zijn ervaringen ‑ interessante, moeizame en hoopvolle. – meer “Mettertijd 3500 emigranten op de “Fazenda Ribeirao””
De Westrik verruild voor de fazenda
In 2007 publiceerde Ad Reijrink een uitvoerig artikel in “Hers en Geens dur Diessen” over de wederwaardigheden van de geëmigreerde dorpsgenoten in Brazilië. Dit zette de journalist Ton de Jong aan om een inventarisatie te maken van de emigranten die vanuit het naburige Hilvarenbeek vertrokken. In het heemkundetijdschrift “Tussen Paradijs en Toekomst” van augustus 2015 publiceerde hij hierover het volgende artikel.
Honderden Diessenaren en Bekenaren hebben door de eeuwen heen hun koffers of reiskist gepakt en zijn voorgoed naar elders vertrokken. Zij monsterden zich aan op een schip van de VOC, trokken naar onder meer Engeland, Italië en Amerika, traden in bij een orde of congregatie die hen naar de missie stuurde, vochten in vreemde legers en bleven na gedane strijd daar wonen. Na de Tweede Wereldoorlog vond vanuit Nederland een landverhuizing van 375.000 Nederlanders plaats naar Canada, Frankrijk, Australië en Brazilië. Het nog steeds bestaande Hollandse emigrantendorp Holambra was in die jaren een begrip. Commissaris van de Koningin Jan de Quay wierp zich op als een groot pleitbezorger van de nieuwe woongemeenschap die geschoeid was op coöperatieve grondslag. De rooms-katholieke kerk en de NCB maakten er reclame voor. Emigratie was een oplossing voor het tekort aan boerderijen en landbouwgrond voor de vele boerenzonen. Toch waren het niet alleen boeren die vertrokken. meer “De Westrik verruild voor de fazenda”